vrijdag 20 november 2015
Bericht 4: De gele auto
Ik zat aan mijn bureau te werken. Ik moest een artikel schrijven over Contor. Af en toe zet ik me recht om uit het raam te staren en ineens zag ik een grote gele stationcar staan. In het vuil stond op de motorkap geschreven: 'Rex ik vind je lief, Sandra.' Ik kende geen enkele Sandra. Ik werkte door. De volgende dagen bleef de gele auto staan. Lieneke belde om te vragen of ik degene was die aangebeld had. Ze wilde onze afspraak ook vervroegen. We hadden een lang, verliefd gesprek. Ze bleef slapen. De foto van Saskia stond in de krant. Het was de foto die acht jaar geleden in alle kranten had gestaan. Thuis sloeg ik mijn agenda open en schreef de namen Sandra en Saskia onder elkaar. Evenveel letters. Zelfde initiaal. Zelfde tweede letter, zelfde zesde letter. Als je de gelijke letters wegliet bleef er over: ndr en ski. De volgende dag, aan mijn bureau, staarde ik naar die letters. Je kon er drinks mee maken. Ik kreeg meteen een akelig gevoel, en moest denken aan Saskia die iets te drinken voor ons zou halen aan het total-station. Ik liep naar het raam, de gele auto was weg. Ik trok mijn jas aan en zocht naar de gele auto, maar kon hem nergens vinden. Zodra ik de volgende ochtend alleen was, schreef ik een brief aan Lieneke. Toen ik naar het postkantoor ging en de brief in de bus had gegooid, kwam er, met half opgeheven hand en me recht aankijkend, een man naar me toe. Een ongeveer vijftigjarige heer, rijzig en goed verzorgd. Hij had grijsblond haar. Mijn hart begon geweldig te bonzen. En toen herkende ik hem. Ik had hem gezien aan het tank-station waar Saskia verdween.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
2 taal- en spelfouten
BeantwoordenVerwijderen